“Typewriter Letters” door Laineys Repertoire, licentie CC BY 2.0
“Typewriter Letters” door Laineys Repertoire, licentie CC BY 2.0

(On)persoonlijk?

Column naar aanleiding van de wedstrijd ‘Drechtsteden schrijft: Vroeger was alles beter/slechter’. Gepubliceerd in de bundel ‘Drechtsteden (Ge)Dicht, Drechtsteden schrijft’.

“Publiek, hebben wij zin in een lekkere man? Nou lekkere man, laat je maar zien dan!” Het publiek, opgehitst door de kale presentator, klapt enthousiast in de handen. En ikzelf sta met trillende benen achter de knop naar de lift te staren, waar deze ‘lekkere man’ zo gaat verschijnen. Het zweet staat in mijn handen. Wat deed ik hier ook alweer?

Ze zeggen weleens dat je veel kikkers moet kussen voor je je prins vindt. Maar tegenwoordig lijkt het wel alsof de kans dat je een prins uit de poel van kikkers weet te vissen, even groot is als de kans dat je de hoofdprijs in de loterij wint. Voor de mensen die nog hoop hebben: nee, die is niet groot, en als je wint kun je ook met je ogen dicht de Coolsingel oversteken. En omdat liefde schijnbaar zo moeilijk te vinden is, is het dus niet gek dat iedereen ernaar zoekt. Als ik voor elke keer dat ik een vriend of vriendin heb horen klagen dat er geen leuke potenties meer rondlopen een meter kon vliegen, dan kon ik drie keer van Mars naar Venus en weer terug. En dat terwijl die planeten mijlenver uit elkaar schijnen te liggen.

O ja, dat was het. Ik ben op zoek naar liefde. Ik kijk om me heen en zie nog 29 andere vrouwen naast me staan. Allemaal kijken ze met een geconcentreerde blik naar dat wat er uit de lift gaat komen. Ik dwing mezelf hetzelfde te doen, maar weer dwalen mijn gedachten af.

Daten tegenwoordig is moeilijk. Vroeger zag je elkaar face to face, nu zit er vaak een beeldscherm tussen. Knappe, goedgebouwde jongemannen blijken zomaar ineens kalende mannetjes van in de vijftig met als enige ‘goedgebouwde’ lichaamsdeel hun bierbuik.

Moest je vroeger met de billen bloot als je iemand wilde zeggen dat je hem of haar leuk vond, tegenwoordig kan ook dat op afstand. Vroeger moest je al je moed bij elkaar rapen, nu kan iedere nerd op ‘verzenden’ drukken en zijn conclusies trekken als het antwoord uitblijft. Is er niet een deel van de spanning weggevallen? Zorgde het risico een blauwtje te lopen niet juist voor de onweerstaanbare charme van trillende benen, onhandig hakkelen en blosjes op de wangen?

Onpersoonlijk en afstandelijk, dat is het tegenwoordig. Of is dat misschien ook weer te makkelijk gezegd? Menigeen weet tenslotte meer van zijn internet ‘vrienden’ dan van de mensen die hij echt kent. Hele levensverhalen worden al snel via het beeldscherm gedeeld: exen, ongelukkige jeugd, kleur ondergoed… Juist door het onpersoonlijke contact lijkt het wel alsof mensen sneller persoonlijk worden. Om er vervolgens bij een ontmoeting in ‘real life’ achter te komen dat de persoon alleen via internet zo spontaan is, dat het totaal niet klikt en dat de sul in kwestie een geitenharenwollensokkentype is en dus gewoon ongelooflijk saai.

Over saai gesproken. Uit de lift komt een jongen die in geen jaren de zon gezien heeft. Zijn schouders hangen naar voren en uit zijn houding spreekt een lichte wanhoop. Als een hert dat in de koplampen van een auto kijkt, weet hij er nog net uit te persen hoe hij heet en waar hij vandaan komt. Nog voordat ik zijn filmpje heb gezien, weet ik al wat zijn hobby is. Achteloos druk ik op de knop om te laten weten dat ik geen interesse heb. En dan is het wachten op de volgende man. Uit verveling krijg ik een briljant idee: beeldschermen met ingebouwde zonnebanklampen, dat zou nog eens een uitvinding zijn! Van de zonnebank dwalen mijn gedachten af naar zon, van de zon naar de zomer en jawel…terug naar de liefde.

Is het eigenlijk wel duidelijk wat liefde is? Liefde lijkt, voorzover ze al niet vervangen is door lust, een consumptieproduct te zijn geworden. Het lijkt wel alsof een flinke dosis seks met een sausje van cliché-romantiek voldoende is. Romantiek die te vergelijken is met het geven van een doos bonbons aan een vrouw: onpersoonlijk en risicoloos, goed bedoeld maar het is het net niet. Zelfs in romantiek volgen we de massa.

Misschien hebben we met zijn allen een te romantisch beeld van romantiek. Romantiek is niet de Hollywoodromantiek met een diner bij kaarslicht, of een bed met rozenblaadjes. Romantiek is dat je ondanks dat je geen make-up draagt, een loopneus hebt en eruit ziet alsof je door een mangel bent gehaald, toch nog gewoon jezelf kunt zijn en daarvoor ook gewaardeerd wordt. Dat je ook bij elkaar blijft als het gras aan de andere kant groener lijkt. Samen oud worden is niet ouderwets, dát is nu pas echt romantisch.

Vroeger, ja, toen wisten de mannen tenminste hoe het hoorde. Wie heeft er niet weggedroomd bij hoofse ridders die vrouwen op een voetstuk plaatsten en bij mannen die de deur openhielden. Dat geldt nu als ouderwets: de vrouw die verwacht dat de deur voor haar opengehouden wordt, moet dan ook uitkijken dat ze die niet op haar neus krijgt. Prachtige liefdesbrieven in poëtische volzinnen zijn vervangen door beeldschermpost, verminkt om het toch vooral maar zo kort mogelijk te houden. Vaak afgesloten door drie onpersoonlijke kruisjes.

En nee, natuurlijk was vroeger niet alles beter. Die tussentijdse elektronische berichtjes zijn toch stiekem ook wel leuk. En op afstand een blauwtje lopen zal voor velen ook positief zijn. Maar toch lijkt het wel alsof het vroeger allemaal persoonlijker was, toen mensen elkaar alleen in vier dimensies kenden. Maar wat heeft het voor zin te zeggen dat vroeger alles beter was? We leven nu!

Dus wat doe ik hier? Op zoek naar echte liefde? Die man die daar zo uit de lift stapt, ziet namelijk vast dat ik een geweldige persoonlijkheid heb (geloof je het zelf) en daar valt hij natuurlijk voor, niet voor mijn uiterlijk (uhuh). Echte liefde begint bij jezelf. Ik druk weg en voor de presentator het doorheeft, ben ik al in de coulissen verdwenen. Het is tijd om weer echt persoonlijk te worden.